“Toen Hij in de buurt van Jericho kwam, zat er langs de weg een blinde te bedelen. Toen de blinde een menigte voorbij hoorde komen, vroeg hij wat er gaande was. Ze zeiden tegen hem: ‘Jezus van Nazaret komt voorbij.’ Daarop riep de blinde: ‘Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!’”

Lukas 18:35-38

Jezus werd meerdere keren aangesproken met “Heer, Zoon van David” door mensen die, in geloof, genade of genezing zochten. De vrouw wiens dochter door een kwade geest bezeten werd (Matteüs 15:22), de twee blinden langs de weg (Matteüs 20:30) en de blinde Bartimeüs (Marcus 10:47) riepen allemaal naar de Zoon van David om hulp. De eretitels die zij Hem gaven bevestigden hun geloof in Hem. Door Hem “Heer” te noemen gaven zij uiting aan hun besef van Zijn Goddelijkheid, heerschappij en macht, en door Hem “Zoon van David” te noemen, verkondigden zij dat Hij de Messias was. De mensen zeiden tegen de blinde man op zijn vraag wie er aan kwam: Jezus van Nazareth komt voorbij. Zie je het geloof van die man? Hij roept Jezus niet aan als Jezus van Nazareth, maar als Jezus, Zoon van David! Wat een geloof! De blinde wist “blindelings” dat deze Jezus, deze Messias, hem weer kon laten zien. Hij vraagt geen geld, maar ogen om te zien zodat hij weer zélf kan gaan werken.

We mógen God alles vragen

“Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan.” Mattheus 7:7 Alles begint met onze relatie met God. Omdat we zijn kinderen zijn, mogen we Hem alles vragen, net zoals kinderen hun ouders alles zullen vragen. En net als bij kinderen die alles vragen, maar niet alles krijgen, zal…
Verder lezen

Recht doen in mijn eigen omgeving

“Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.” Micha 6:8 Recht doen.
Rechtvaardigheid staat heel hoog op Gods agenda. Onrecht is de oorzaak van zoveel leed in de wereld van vandaag. Recht doen moet hoog…
Verder lezen

Carry me HOME

“Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken. We zijn er echter zeker van dat we bekleed zullen worden…
Verder lezen