“De HEER liet Jona opslokken door een grote vis. Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik van de vis.”
“Toen, op bevel van de HEER, spuwde de vis Jona uit op het droge.”
Jona 2: 1 en 11
Over sommige gebeurtenissen in de Bijbel kunnen mensen lacherig doen. Een pratende slang? Een pratende ezel? Een vis, waarin een mens drie dagen kan overleven? Of ze benaderen het rationeel, want wetenschappelijk gezien “passen” mensen wel in vissen van 25 meter. Maar zullen we het wonder niet gewoon een wonder laten zijn? Er staat heel duidelijk, dat de God, die hemel, zee en aarde heeft geschapen en voor Wie niets onmogelijk is, een vis beschikte om Jona op te slokken. En diezelfde God beveelt de vis na drie dagen dat hij Jona weer moet uitspugen. Niet in zee, maar op het droge land. Wat een God heeft Jona! En wat een God hebben wij! Geloof jij in het wonder van de vis?