“Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Mij lief, meer dan de anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn lammeren.’ 16Nog eens vroeg Hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Me lief?’ Hij antwoordde: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Jezus zei: ‘Hoed mijn schapen,’ 17en voor de derde maal vroeg Hij hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van Me?’ Petrus werd verdrietig omdat Hij voor de derde keer vroeg of hij van Hem hield. Hij zei: ‘Heer, U weet alles, U weet toch dat ik van U houd.’ Jezus zei: ‘Weid mijn schapen.”
Johannes 21: 15-17
De discipelen die aan het meer zitten hebben allemaal hun verleden. Thomas de twijfelaar. Nathanaël: kan uit Nazareth iets goeds komen? En niet te vergeten Simon Petrus, die Jezus drie keer verloochende. Wat doet Jezus aan het meer? Hij neemt Petrus apart. Jezus herstelt Petrus in zijn ambt en geeft hem een nieuwe roeping. De vragen van Jezus zijn ontdekkend en onthullend. Het verleden komt op tafel. Petrus kan het niet ontkennen, dat hij gefaald en gezondigd heeft. Tegelijkertijd is Jezus zo genadig. Hij komt niet met verwijten. Hij rakelt het verleden niet op, het is er, maar Petrus mag het laten rusten. Elke vraag van Jezus cirkelt om de hamvraag in het Koninkrijk: heb je Mij lief? Kun jij volmondig “ja” zeggen op de vraag van Jezus of je hem liefhebt?