“De volgende dag, dus na de voorbereidingsdag, gingen de hogepriesters en de farizeeën samen naar Pilatus. Ze zeiden tegen hem: ‘Heer, het schoot ons te binnen dat die bedrieger, toen Hij nog leefde, gezegd heeft: “Na drie dagen zal Ik uit de dood worden opgewekt.” Geeft u alstublieft bevel om het graf tot de derde dag te bewaken, anders komen zijn leerlingen Hem heimelijk weghalen en zullen ze tegen het volk zeggen: “Hij is opgewekt uit de dood,” en die laatste leugen zal nog erger zijn dan de eerste.’”

De zaterdag is de officiële rustdag voor de joden dus zij mochten ook verder niets ondernemen. Zijn vrienden en volgelingen hebben ook niet opgeschreven wat ze die dag hebben gedaan. Maar wellicht kun jij je er wel iets bij voorstellen. Hoe zouden ze zich gevoeld hebben? Maria, de moeder van Jezus. Zijn vrienden. Waren ze verdrietig, verward of boos? Misschien waren ze wel bang. Eén ding is wel opvallend. De joodse leiders gaan terug naar Pontius Pilatus, de Romeinse leider die Jezus de doodstraf heeft gegeven. Ze zijn bang. Stel je voor dat zijn vrienden het lichaam zullen stelen en tegen iedereen gaan zeggen dat Jezus weer leeft?! Jezus had namelijk beweerd dat hij na drie dagen zou opstaan. De leiders verzoeken Pilatus om soldaten die het graf van Jezus beveiligen, zodat het lichaam niet gestolen zou kunnen worden. Dit om te voorkomen dat de volgelingen van Jezus een verhaal over de opstanding in scene kunnen zetten. Pilatus stemt toe en zet een aantal soldaten in om het graf bewaken. Zou echter voor God iets te onmogelijk of te wonderlijk zijn?

Lopen op het water

“Toen de leerlingen Hem op het water zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: ‘Een geest!’ en schreeuwden het uit van angst. Meteen sprak Jezus hen aan: ‘Houd moed! Ik ben het, wees niet bang!’ Petrus antwoordde: ‘Heer, als U het bent, zeg me dan dat ik over het water naar U toe moet komen.’ Hij zei: ‘Kom!’ Petrus…
Verder lezen

Hij zal voorzien!

“Abraham noemde die plaats ‘De HEER zal erin voorzien’. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: ‘Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.’” Genesis 22:14 De Heer zal er in voorzien. God had Abraham de berg gewezen waar hij zijn zoon moest offeren, een berg in het gebied Moria. Jahweh Jireh. De Here zal…
Verder lezen

Uitweg, uitzicht: waar komt mijn hulp vandaan?

“Toen Abraham om zich heen keek, zag hij achter zich een ram, die met zijn hoorns verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon.” Genesis 22:13 In een andere vertaling staat, dat Abraham zijn ogen opsloeg en toen een ram zag. Het was een zware gang geweest voor Abraham.…
Verder lezen