“Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.”
Handelingen 2: 1-4
Pinksteren was in het Oude Testament het joodse Wekenfeest (of Sjavoeot). Met dat feest wordt herdacht dat God de Tien Geboden aan Mozes gaf op de berg Sinaï. En zoals dat toen bij Mozes gepaard ging met wolken, donder en bliksem, zo verschijnt de Heilige Geest, die uitgaat van God, ook met windvlagen en vlammen van vuur. En alle aanwezigen werden vervuld met de Heilige Geest. Wat een indrukwekkende ervaring! Wat een troost! Jezus was naar de hemel gegaan, maar heeft zijn kinderen op aarde niet als wezen achtergelaten. Hij beloofde de Trooster en Hij gáf hun de Trooster.