“Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, inwoners van Rome die zich hier gevestigd hebben, en ook mensen uit Kreta en Arabië, zowel Joden als proselieten – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’”

Handelingen 2: 7-11

In de geschiedenis van de uitleg van de Bijbel is heel wat afgeschreven over dit wonder. Volgens sommigen is het een ‘hoorwonder’ geweest. De discipelen zouden dan één taal gesproken hebben en God zou er voor gezorgd hebben dat alle mensen het in hun eigen taal hoorden. Anderen, onder wie de opstellers van de kanttekeningen gaan er van uit dat het een ‘taalwonder’ is geweest. Zij wijzen er op dat het anders een wonder in de hoorders geweest zou zijn en niet in de apostelen. En juist van hen wordt gezegd dat zij begonnen te spreken met andere talen (vers 4).
De menigte wordt ‘beroerd’. Dat wil zeggen: ze raken in grote opschudding Wat is hier aan de hand? Er ontstaat ook beginnende vreugde. Het lijkt er op dat mensen dóór krijgen dat hier iets heel bijzonders aan de hand is. Allereerst is het vreemd dat de discipelen ‘Galileërs’ zijn. Die konden zich alleen maar in het eigen dialect verstaanbaar maken.
Maar deze Galileërs spreken in meerdere vreemde talen. Mensen uit allerlei landen, streken en steden, er wordt een hele rij genoemd, verstaan wat er gezegd wordt.

Recht doen in mijn eigen omgeving

“Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.” Micha 6:8 Recht doen.
Rechtvaardigheid staat heel hoog op Gods agenda. Onrecht is de oorzaak van zoveel leed in de wereld van vandaag. Recht doen moet hoog…
Verder lezen

Carry me HOME

“Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken. We zijn er echter zeker van dat we bekleed zullen worden…
Verder lezen

Geven maakt blij

“Velen willen almaar meer bezit, maar de rechtvaardige geeft met gulle hand.” Spreuken 21: 26 Waartoe zijn wij op aarde? Om steeds meer bezit te vergaren? Uiteindelijk eindigt ieder mens tussen zes planken, of je nu arm of rijk sterft. Spreuken 21:26 wijst er terecht op, dat je van geven blij wordt. Iemand die met gulle hand geeft, is geen…
Verder lezen