“Vreemdelingen mag je niet uitbuiten of onderdrukken, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte.”
Exodus 22:20 (eerste leefregel ten aanzien van vreemdelingen)
De komende 7 dagen staan we stil bij 7 leefregels die God in Zijn Woord geeft ten aanzien van vreemdelingen, zonder dat we daarmee aangeven volledig te zijn.
Een eerste leefregel lees je in Exodus 22:20. Vreemdelingen mag je niet onderdrukken of uitbuiten. Dat is helaas, duizenden jaren na Exodus nog steeds realiteit. Wat zegt dit over onze houding ten opzichte van vreemdelingen? Al “onderdrukken” wij persoonlijk misschien letterlijk geen vreemdelingen, zijn we ons dan wel bewust van de uitbuiting van arbeidsmigranten en de uitbuiting en onderdrukking van onze naasten in verre landen, die uitgebuit en onderdrukt worden bij het produceren van goederen die wij misschien kopen? Begint het niet met bewustwording? De tekst geeft ook een reden: “want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte.” En is niet elk mens een vreemdeling op aarde, onderweg naar een beter Vaderland? Bezien vanuit mijn eigen “vreemdeling” zijn: wat betekent dit voor mijn kijk op vreemdelingen?