“Zolang Mozes zijn arm opgeheven hield, was Israël de sterkste partij, maar liet hij zijn arm zakken, dan was Amalek de sterkste. Toen Mozes’ armen zwaar werden, legden Aäron en Chur een steen bij hem neer, zodat hij daarop kon gaan zitten. Zelf gingen ze aan weerszijden van hem staan, om zijn armen te ondersteunen. Daardoor konden zijn armen opgeheven blijven totdat de zon onderging.”
Exodus 17: 11, 12
Het volk Israël wordt aangevallen in de woestijn en heeft het zwaar. Mozes gaat de berg op om te bidden, met in zijn hand de staf. Exodus 17:9 noemt deze staf “de staf van God”. En dat is niet zonder reden! God geeft de overwinning. Als Mozes zijn hand omhoog houdt, wint het volk, dankzij God, maar als zijn hand zakt, wint de aanvaller. En dan is het mooi, dat Mozes het niet alleen hoeft te doen! Hij krijgt hulp, van zijn broer en van anderen. Welke mensen helpen jou, om het van God te blijven verwachten? En voor wie kun jij van betekenis zijn?