“De liefde kent geen zelfgenoegzaamheid”(5e kenmerk van de liefde)
1 Korintiërs 13:4
Als je de betekenis van zelfgenoegzaamheid opzoekt, zie je dat de meeste verklaringen neerkomen op “meestal (overdreven) tevreden zijn over zichzelf en diens handelingen, bovenmatig trots zijn op jezelf, zelfingenomen zijn.” Zelfgenoegzame mensen hebben een ander niet nodig, ze hebben genoeg aan zichzelf. Wij houden over het algemeen niet van mensen die zeer met zichzelf ingenomen zijn en daardoor meestal neerkijken op anderen. Opnieuw spreekt Paulus hier over de liefde als iets, dat het vooral NIET is. GEEN zelfgenoegzaamheid. Maar wat dan wel? Een tegenhanger van zelfgenoegzaamheid is bescheidenheid. Een bescheiden mens denkt niet te hoog van zichzelf. Een bescheiden mens kent zijn eigen gaven en talenten en dankt God daarvoor. Een bescheiden mens zet zijn gaven en talenten in ten dienste van de ander. Een bescheiden mens gunt ook de ander een plekje op deze wereld en weet zijn naaste te waarderen. Ik bid: God, bewaar mij voor zelfgenoegzaamheid.