“Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven.”
Lukas 1:32
En de Heer zal Hém de troon van zijn vader David geven’. Het is dus niet Herodes die daar op dat moment zit, een nazaat van Ezau, maar Jezus, een nazaat van Jakob, van Israël. En Hij zal voor eeuwig koning zijn over het volk van Jakob. Wat zal het Maria ook geduizeld hebben. Haar kind? Zoon van God? Zitten op de troon van zijn vader David? Eeuwig heersen over het volk van Jacob? Al die namen, de hele voorgeschiedenis van Israël komt hier even voorbij. En dat in een tijd waarin er de Romeinse overheersing is, met vijandige koningen op de troon. Er is geloof én moed voor nodig om te zeggen: mij geschiede naar uw wil.