“Daarop besloten de hogepriester en zijn medestanders, de sadduceeën, in te grijpen. Vervuld van jaloezie als ze waren, lieten ze de apostelen gevangennemen en opsluiten. s’ Nachts opende een engel van de Heer echter de deuren van de gevangenis, bracht hen naar buiten en zei: Ga naar de tempel en spreek daar tot het volk over alles wat het nieuwe leven aangaat.’ De apostelen gaven hieraan gehoor en gingen bij het aanbreken van de dag naar de tempel, waar ze hun onderricht voortzetten.”
Handelingen 5:17-21
Een weggerolde steen voor het graf, een gevangenisdeur die opengaat…het zijn wonderen van God. Stel je de verbazing van de apostelen eens voor. Met elkaar zaten ze gevangen, waarschijnlijk bij elkaar in een te krappe cel. De celdeur gaat open en er staat een engel in de deuropening die hen naar buiten brengt. Niet alleen dwars over de slapende wacht voor hun deur heen, maar ook door de gangen en poorten van het complex heen. 12 mannen die zomaar naar buiten lopen met een engel voorop. Wonderen zijn soms te wonderlijk om te geloven. En daar komt het bij wonderen en tekenen nu juist op aan. Geloof je het wonder dat je ziet en meemaakt? Beschouw je het ook als een wonder? Of doe je het af met: nou, toevallig….. Wonderen in het groot en wonderen in het klein, leer ze te zien en te duiden. De wonderen zijn nog steeds de wereld niet uit.