“Profetie; het visioen dat de profeet Habakuk zag. Hoe lang nog, HEER, moet ik om hulp roepen en luistert U niet, moet ik ‘Geweld!’ schreeuwen en brengt U geen redding? Waarom toont U mij dit onheil en ziet U deze ellende aan? Ik zie slechts verwoesting en geweld, opkomende twist en groeiende tweedracht.”
Habakuk 1:1-3
Het zou een gebed uit onze tijd kunnen zijn, deze woorden van de profeet Habakuk. In het boek Job en in veel psalmen gaan de schrijvers uit van een oude regel: wie goed doet, wordt beloond, en wie kwaad doet, wordt gestraft (Habakuk 2:4). Maar net zoals Job merkt Habakuk dat die regel niet altijd klopt: de slechte koning Jojakim en de Babyloniërs doen veel kwaad, zonder dat ze daarvoor gestraft worden. Habakuk begrijpt het niet. Hij gaat wel met zijn frustratie en verdriet naar het enige juiste adres: naar God. Hij legt zijn vragen bij God neer. Schreeuw het uit naar God als je niet begrijpt, waarom Hij een bepaald onrecht toelaat.