Mag Jezus jouw Arts zijn? 4e dag 40 dagen tijd

“Toen de farizese schriftgeleerden zagen dat Hij samen met zondaars en tollenaars at, zeiden ze tegen zijn leerlingen: ‘Eet Hij met tollenaars en zondaars?’ Jezus hoorde dit en zei tegen hen: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’”

Marcus 2: 16, 17

Tollenaars en zondaars zijn in Jezus ‘ tijd de door de Farizeeën (Joodse godsdienstige leiders) verachte volksgroepen, terwijl dat júíst de mensen zijn voor wie Jezus is gekomen. Tussen wat Hem bezighoudt en wat de godsdienstige leiders bezielt, is een enorme afstand, een diepe kloof. Ze uiten hun kritiek op Hem tegen Zijn discipelen. De Heer Jezus hoort wat deze mensen Zijn leerlingen zeggen. De discipelen hoeven niet te antwoorden. Dat doet Hij voor hen.

Zijn antwoord maakt duidelijk in welke geestelijke gezondheidstoestand de Joodse leiders zich bevinden. Zij vinden zichzelf gezond. Daarom hebben ze Hem als de Arts niet nodig. De zondaars en tollenaars met wie Hij eet, weten dat ze ziek zijn, dat ze zondaars zijn en redding nodig hebben. Mag Jezus ook jóuw Arts zijn?

Verwoesting en geweld, een gebed van toen en nu

“Profetie; het visioen dat de profeet Habakuk zag. Hoe lang nog, HEER, moet ik om hulp roepen en luistert U niet, moet ik ‘Geweld!’ schreeuwen en brengt U geen redding? Waarom toont U mij dit onheil en ziet U deze ellende aan? Ik zie slechts verwoesting en geweld, opkomende twist en groeiende tweedracht.” Habakuk 1:1-3 Het zou een gebed uit…
Verder lezen

Genoeg om van te leven

“Als u weer thuiskomt, doe dan de deur achter u en uw kinderen dicht en giet uw olie in die kruiken en kannen over; telkens als er een vol is, neemt u een volgende.’ Thuisgekomen sloot de vrouw de deur achter zich. Terwijl haar kinderen haar de kruiken en kannen een voor een aangaven, goot ze de olie over. Gaandeweg…
Verder lezen

Kruiken en kannen verzamelen… een daad van geloof

“Op een keer riep de vrouw van een van de profeten Elisa’s hulp in: ‘Mijn man, uw dienaar, die zoals u weet altijd groot ontzag had voor de HEER, is gestorven. Nu zal mijn schuldeiser komen en mijn twee kinderen als slaven meenemen.’ ‘Wat kan ik voor u doen?’ vroeg Elisa. ‘Vertel me eens, wat hebt u nog in huis?’…
Verder lezen