Gods paden “recht” maken, 3e dag 40 dagen tijd

“1Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. Er staat geschreven bij de profeet Jesaja: ‘Let op, Ik zend mijn bode voor Je uit, hij zal Je een weg banen. Een stem roept in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!”’

Marcus 1: 1-3

Jezus Christus komt met een goede boodschap van God. De “bode” is Johannes de Doper. Hij bereidt de weg in de harten van mensen, zodat God in hun harten kan komen. De plaats van het optreden van Johannes is “de woestijn”. Deze plaats geeft de geestelijk dode toestand van Israël voor God aan. Johannes is niet meer dan een “stem”. Het gaat er niet om wie hij is, maar om zijn boodschap. Het bereiden van de weg moet gebeuren in het hart van de mens door middel van berouw en bekering. “Recht” is in het Grieks hetzelfde woord als ‘terstond’, een woord dat zo vaak in dit evangelie voorkomt. Als wij geen rechte paden gaan, paden zonder bochten of omwegen, kunnen we ook niet ‘terstond’ handelen. Wat Johannes doet, is ook een opdracht voor ons. Hoe kun jij, in deze woestijn van het leven, Gods paden “recht” maken?

Samen eten met God: laat jij Hem binnen?

“Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij.” Openbaring 3:20 Een bekende tekst. God klopt aan je deur. Stelt Hij voorwaarden om binnen te mogen komen? Wil Hij dat je eerst boodschappen doet om Hem te…
Verder lezen

Gerechtigheid bedekt door genade

De jonge Samuel diende de HEER, en droeg daarbij een linnen priesterhemd. Zijn moeder maakte ieder jaar een nieuw manteltje voor hem, dat ze meebracht wanneer zij en haar man hun jaarlijkse offer kwamen brengen.” 1 Samuel 2: 18 en 19 Samuel diende de Heer in het heiligdom. Zijn moeder bracht ieder jaar nieuwe kleren mee. Linnen staat voor gerechtigheid,…
Verder lezen

Bidden om een kind

“Om deze zoon heb ik gebeden, en de HEER heeft mij gegeven waar ik om heb gevraagd. Nu geef ik hem op mijn beurt aan de HEER, voor alle dagen die hem gegeven zijn.’ Toen knielde de jongen daar voor de HEER” 1 Samuel 1: 27, 28 Als driejarig kind werd Samuel naar de tempel gebracht. Wat zal zijn moeder…
Verder lezen