“De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels overheen en Jezus ging erop zitten. Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken takken van de bomen en spreidden die uit op de weg. De talloze mensen die voor Hem uit liepen en achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hoogste hemel!’”

Mattheüs 21: 6-9

Vandaag is het Palmzondag. Op Palmzondag vieren christenen de intocht van Jezus in Jeruzalem. Hij reed op een ezel de stad in en de mensen wuifden hem juichend toe met palmtakken. ‘Hosanna’ betekent ‘alle eer aan God’. De mensen scandeerden Psalm 118:26. ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ De mensen dachten er niet aan, dat Jezus Jeruzalem binnenreed, om te lijden. Zij dachten alleen maar aan overwinning, bevrijding. Jezus welkom heten als de zoon van David, veel duidelijker kon je niet zijn. Jeruzalem is de stad waar David zo’n 1000 jaar eerder als Koning heerste. Jezus, Zoon van David, kom binnen en bevrijd ons van de overheersing van de Romeinen! Maar Jezus komt om te dienen. Hoe zie jij Jezus?

Gezegend zij die niet hebben gezien en tóch geloven

“Daarna toonde Hij hun zijn handen en zijn voeten. Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg Hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ Ze gaven Hem een stuk geroosterde vis. Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.” Lukas 24: 40-43 Maar ook nu de Here Jezus Zelf in hun…
Verder lezen

Vrede zij met jullie

“De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood. Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’” Lukas 24: 35,36 Het eerste was Jezus aan zijn leerlingen aanbied was “Shalom”, vrede. Geen verwijten,…
Verder lezen

Hij is opgestaan!

“Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria van Magdala en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome geurige olie om Hem te balsemen. Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?’…
Verder lezen